SV | Mensenkind! het huis Israels, als zij in hun land woonden, toen verontreinigden zij datzelve met hun weg en met hun handelingen; hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinigheid ener afgezonderde [vrouw]. |
WLC | בֶּן־אָדָ֗ם בֵּ֤ית יִשְׂרָאֵל֙ יֹשְׁבִ֣ים עַל־אַדְמָתָ֔ם וַיְטַמְּא֣וּ אֹותָ֔הּ בְּדַרְכָּ֖ם וּבַעֲלִֽילֹותָ֑ם כְּטֻמְאַת֙ הַנִּדָּ֔ה הָיְתָ֥ה דַרְכָּ֖ם לְפָנָֽי׃ |
Trans. | ben-’āḏām bêṯ yiśərā’ēl yōšəḇîm ‘al-’aḏəmāṯām wayəṭammə’û ’wōṯāh bəḏarəkām ûḇa‘ălîlwōṯām kəṭumə’aṯ hannidâ hāyəṯâ ḏarəkām ləfānāy: |
Mensenkind! het huis Israëls, als zij in hun land woonden, toen verontreinigden zij datzelve met hun weg en met hun handelingen; hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinigheid ener afgezonderde [vrouw].
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Mensenkind! het huis Israels, als zij in hun land woonden, toen verontreinigden zij datzelve met hun weg en met hun handelingen; hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinigheid ener afgezonderde [vrouw].
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!